DE BAEKER HANDBOOGSCHUTTERIJ L’Union 1892
Op 3 april 1892 werd de Handboogschutterij L’Union opgericht op de Hoolstraat in café Jean Gockenmeijer. De handboogschutterij werd toen gedoopt met de mooie naam L’Union wat Eendracht betekent.
Die Eendracht was er altijd tussen het bestuur en de leden. Mede daardoor genoot de vereniging de sympathie van de Beekenaren.
In Beek en omstreken werd in de loop der jaren de mooie handboogsport veel beoefend en ook nu nog staat de handboogsport volop in de belangstelling. Beek heeft een periode gekend dat er 6 bloeiende handboogschutterijen waren, waarbij 200 tot 300 leden waren aangesloten.
In de kom van Beek waren dat L’Union en Oranje en in Geverik was dat Willem Tell. Deze verenigingen bestaan anno 2005 nog steeds.
In Neerbeek waren dat St. Martinus en de Batavieren. In Kelmond was dat Wilhelmina.
Deze laatste 3 verenigingen hebben het in de loop der jaren niet meer kunnen bolwerken wegens een gebrek aan beoefenaars. L’Union heeft zich al ruimschoots meer dan 100 jaar weten te handhaven en heeft de handboogsport al die tijd met veel bezieling bedreven.
Het moet een grote voldoening zijn voor allen en vooral voor de oudere garde om dit mee te mogen maken.
Het bestuur wisselde van samenstelling met de jaren, zoals gebruikelijk binnen een vereniging. Na Jean Gockenmeijer als President kwam H. Lemmens. Vervolgens werd het Frans Hendriks de Facteur, die later naar Spekholzerheide verhuisd en daar een handboogschutterij oprichtte, Willem Tell genaamd, die nu nog steeds bestaat. De voorzitters die daarna volgden waren Giel Martens, Sjang Geurts, H. Zenden, Fr. Lemmens, J. Dreessen, Mathieu Lemmens en Pie Lacroix. De latere voorzitters waren Huubke Hermans, Albert Dreessen, Jeu Rinkens, Lei Bosch, Sef Peeters en vervolgens John Tillemans en Wim van den Eertwegh.
Ook werd in de loop der jaren nogal eens van schietlokaal gewisseld. Na café Gockenmeijer in de Hoolstraat – Stegen, zo noemde men de buurt, ging men naar café Louis Vossen op de Linj. Van daaruit naar Frans Lemmens en vervolgens naar Jacq. Muris. Toen daar de geschikte ruimte ontbrak werd het café Frusch achter de kerk. Weer later verhuisde L’Union naar de Baan, bij Pierre Gorissen in Hotel Benelux.
In 1980 bouwden de leden van L’Union zelf hun eigen lokaal met 10 schietbanen aan de Dr. Schaepmanlaan. Daar wordt de handboogsport nog steeds beoefend en men hoopt dit nog jaren te blijven doen. Wanneer de vergeelde kasboeken worden opengeslagen kan men de namen lezen van de donateurs, toen Ereleden genoemd. Zij steunden toen L’Union en zorgden voor het voortbestaan. In de beginjaren had L’Union wel 50 Ereleden. Zij gaven jaarlijks een bijdrage van 60 cent, wat tevens de contributie was. In 1897 was het aantal Ereleden gegroeid tot 62 en in 1899 zelfs tot 73. In die jaren werd jaarlijks voor deze mensen een feestavond gehouden, met als traktatie mosselen eten.
Toneelspelen: Ook daar deed L’Union aan. In de oude kasboeken staan uitgaven vermeld die daar op duiden, zoals pruiken, toneelboekjes, petten, gordijnstof, enz. enz.
Vele triomfen hebben de schutters van L’Union gekend. De vele bekers, medailles, lauwertakken enz. in het clublokaal zijn daar de getuigen van. Schutters van grote klasse in de beginjaren waren Chris de Rooy, Giel Martens en zeker Pie Vroomen. Op oude foto’s is te zien hoe trots Chris de Rooy een aantal Erekruisen toont die ze in een zware kamp hebben behaald.
Betalen van sportlieden werd in het begin ook gedaan. In de periode 1897 tot 1903 kregen de schutters van een zestal, dat een eerste prijs behaalde ieder 60 centen, voor de tweede prijs 40 centen en voor de derde prijs 25 centen. Dat waren dus profs van het eerste uur. Het inschrijfgeld en de reis werden betaald door L’Union en soms kwam daar ook nog de drank bij.
De geschiedenis van de L’Union is slechts voor een deel terug te vinden in de oude kasboeken; de overige bronnen zijn helaas verloren gegaan, wat uitermate jammer is.